tijdvak 3

500-1000 n.C.

Tijd van monniken en ridders of de vroege middeleuwen.

Kenmerkende aspecten:

• het ontstaan en de verspreiding van de islam
•  de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid 
• het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur 
• de verspreiding van het christendom in geheel Europa 

Mariakapel in de Mijzen.

Willibrord was een monnik die de heidenen die in de nederlanden woonde te bekeren tot het Christelijke geloof. Hij was niet alleen monnik maar ook missionaris en de aarstbisschop van de Friezen. Via het kesteningswerk (het bekeren van de niet gelovige of mensen die in een ander geloof geloofde)  van Willibord zijn de vijf Echternachse kerken ontstaan. Die kerken liggen in Vlaardingen Oegstgeest, Velsen, Heiloo en Petten. Deze kerken waren van Karel Martel geschonken aan Wilibrord. Ze heten de Echternachse kerken omdat Willibrord ook avt in Echternach was. Vanuit deze kerken werd het geloof verspreid en andere kerkjes gebouwd. Een van die kerkjes was de Mariakerk in de Mijzen.

In de Mijzen zijn fundamenten gevonden van deze kerk ook zijn er twee oude artikelen waarin dit kerkje vernoemd werd. De eerste was een orkonde van bisschop Willem I van Utrecht uit het jaar 1063 hierin staat dat de abt de helft van de Echternachse kerken en haar dochterkerken in bezit krijgt onderandere de kerk in de Misnen oftewel Mijzen. Het tweede artikel is een kerkenlijst met daarop Heiloo als moederkerk en de Mijzen (Misna) als dochterkerk.

Van de Mijzen is het bekend dat er in de 10^e eeuw al mensen leefde en dat er vóór 1050 al een kerkje stond gewijd aan de heilige maagd Maria. Dit betekend dus dat het kerkje aan het einde van de 10^e eeuw is gebouwd.

De Mariakerk in de Mijzen is later de Mariakapel gaan heten. Als je een infrarood foto van de Mijzen maakt kun je de funderingen van het kappelletje nog zien liggen. Het kappeletje stond aan het einde van de vrouwenweg in de mijzen op de plek waar nu ongeveer de bomen op de foto staan en het lag aan het water. De weg waar het aan ligt heet nu de vrouwenweg want dat is vernoemd naar de mariakerk en maria was een vrouw dus de vrouwenweg.

Waarom past dit bij tijdvak 3

Willibrord verpreiden het geloof in Nederland en was ook een kenmerkend persoon de tijd van de ridders en monniken. Het kapelletje was een dochterkerk van Heiloo. Die kerk behoord tot de Echternachse kerken van Willibrord. Van uit het kerkje werd dus het geloof verspreid. Het kerkje is ook aan het einde van de 10^e eeuw gebouwd dus in ongeveer tussen 950-1000. En dat valt nog in de periode van 500-1000 n.C.. Het kenmerkend aspect dat hierbij past is de verspreiding van het christendom in geheel Europa.